woensdag 4 maart 2015

Teatro Olimpico van Kees ’t Hart,

De ‘Teatro Olimpico’ van Kees ’t Hart wordt in nrc.next de “Grappigste roman van 2014” genoemd. Het gaat over twee theatermakers die de prachtige Rousseau-voorstelling in Italië mogen maken. Uitgekomen in september 2014 past het voor mij in mijn literatuurlijst onder het kopje: ”Een in het examenjaar verschenen roman”. Ook het enthousiasme van het interview in nrc-reader met Kees ’t Hart, trok me aan om het boek te lezen. Theater interesseert me: ik doe dit jaar al voor de vijfde keer mee aan “Het Vechtstede Theater”. Tip: kom allemaal kijken naar de voorstelling “Animal Farm”, het beloofd weer een spektakel te worden!

In het boek ‘Teatro Olimpico’ stelt Kees ’t Hart de misstanden in het kunst- en cultuurbeleid aan de kaak. Uit literatuurstudie blijkt hij niet de enige te zijn die dat in een boek doet. In het online literair magazine Hanta las ik dat zowel Tessa de Loo in haar boek ‘Een goed nest’, als Anna Enquist in ‘Kwartet’, personages kritiek laten uiten op het kunst- en cultuurbeleid. Bezuinigingen en het veranderende subsidiebeleid zijn een van de hoofdthema’s in hun boeken.
Wat betreft omgaan met subsidiebeleid doet Kees ’t Hart daar wel een schepje bovenop. Hij laat in ‘Teatro Olimpico’ zijn hoofdpersonen Kees en Hein via verschillend fondsen geld proberen binnen te krijgen. Zij hebben de financiële verantwoording van de Nederlandse Rousseau-voorstelling, maar ook van het toneelstuk Rousseau in het legendarisch Teatro Olimpico in Vicenza, Italië. Ze weten dat het niet de bedoeling is dat je subsidies van het ene fonds gebruikt voor een project dat al door een andere subsidie-instantie wordt gefinancierd. Toch laat Kees ’t Hart hen bijvoorbeeld via een projectbeurs bij een Letterenfonds extra geld proberen binnen te halen om hun Rousseau-voorstelling te financieren.

Dat Kees ’t Hart een belezen schrijver is blijkt ook uit de verschillende literatuurverwijzingen, bijvoorbeeld blz 10: ‘Zie over feit en fictie bij Rousseau onder andere de biografie van Leo Damrosch (2005).’ En blz 67: een van de bekendste levende Italiaanse schrijvers: ‘Umberto Eco en de Franse literatuurgeleerde Jean Starobinski’.

In Teatro Olimpico staat niet alleen het subsidiebeleid ter discussie. De personages Hein en Kees raken verstrikt in het web van culturele instanties, die allemaal invloed willen en zeggen te hebben op de voorstelling. Voor mij als lezer was het, ondanks de (blz 85-86)  van namen die de schrijver uiteindelijk in zijn boek zet, wel verwarrend al die instanties en die namen waarmee ze afspraken maakten. Maar dat was waarschijnlijk ook het doel van Kees ’t Hart: er een lachwekkende warboel van te maken! Ook de naïviteit van Hein en Kees maakte het hilarisch. Steeds opnieuw kwamen ze er achter dat ze weer met de verkeerde personen afspraken hadden gemaakt. Ze leerden er niets van, ze bleven goed gelovig en hun neus stoten. Ze bleven ook vertrouwen houden in de toekomst.

Het begon na een Nederlandse Rousseau voorstelling, toen Jim Staborowsky, zich voor deed als Rousseau kenner, hen complimenteerde met de voorstelling. een paar weken later nodigde hij hen uit om hun voorstelling op te voeren tijdens het Rousseaufestival in Vicenza, in het prachtige Teatro Olimpico theater. Ondanks dat ze toen al dachten dat Jim zich belangrijker voor deed dan hij was, zijn ze het avontuur aan gegaan. Later kregen ze meer vertrouwen in Jim. (blz 66)

Eigenlijk is dit boek een zeer uitgebreid verslag, (bladzijde 10: ‘gedetailleerd verslag, zodat de beoordelingscommissie een gedegen beeld kan krijgen van de situatie’.) een bedelbrief, om achteraf nog subsidie binnen te halen, hetgeen hard nodig is. Gedreven door hun liefde voor Rousseau en het theater, maar ook door hun goed gelovigheid, hun naïviteit, zijn ze er met de voorstelling in Italië, financieel behoorlijk bij ingeschoten.

 In nrc-reader verteld Kees ’t Hart dat deze roman gebaseerd is op zijn ervaring 25 jaar geleden, toen hij met ‘een vriend een keer door eenzelfde soort molen heengegaan is als Kees en Hein.’ Met zijn vriend, beeldend kunstenaar Hein de Graaf, wilde hij in Friesland ‘een stuk op de planken te krijgen dat ook Rousseau heette. Om het gefinancierd te krijgen moest ik allerlei instanties aflopen.’

Twee gezaghebbende recensies:

Overige bronnen:


woensdag 18 februari 2015

Debet van Saskia Noort

Saskia Noort, geboren in 1967, is schrijfster en columniste. Sinds haar debuut ‘Terug naar de kust’ in 2003 behoort Saskia Noort tot de top. Haar boeken zijn in vele talen vertaald en bekroond met diverse prijzen. Ze schreef columns voor verschillende tijdschriften en schrijft nu samen met Jan Heemskerk columns over seks en liefde. Ze hoort tot de groep ‘Writers On Heels’,  vrouwelijke auteurs van na 1970, met literaire aspiraties.

Saskia Noort, bekend van haar Nederlandse literaire thrillers, staat vaak lang, hoog en regelmatig bovenaan de bestsellerlijst . Dus van haar wilde ik een literaire thriller lezen. De bibliothecaresse raadde ‘Debet’ aan, die nu op plaats twee in die lijst staat. Vol enthousiasme ben ik begonnen aan deze triller, ik houd wel van spannende boeken, maar kwam er moeilijk doorheen.  
Nadat ik ongeveer een vierde deel van het boek had gelezen, ben ik daarom wat informatie op het internet gaan zoeken. Dit doe ik meestal achteraf, zodat ik op mijn manier van een boek kan genieten. Daar las ik dat ‘Debet’ het vervolg op ‘De eetclub’ is. Nu pas begreep ik de zin op de achterkant van het boek: “Wordt het geheim van De eetclub eindelijk ontrafeld?” De eetclub is een vriendenclub in Bergen. Het boek ‘De eetclub’ gaat over de dood van Evert Struyk, hij komt om bij een brand. Zijn vrouw en 'de eetclub' zijn geschokt, maar bepaalde mensen hebben belang bij Everts dood. De link met ‘Debet’, dat zich een aantal jaren later afspeelt, is die vriendenclub. Karen, die na de dood van haar man Michel Brouwers, van alles ontdekt, gaat ten gevolge van geldnood terug naar haar oude woonplaats Bergen en naar ‘de eetclub', haar vroegere vriendengroep.

Deze informatie hielp wel. Ik snap het verhaal beter, maar de problemen van het boek hebben mijn interesse niet. Al dat gedoe over geld, vreemdgaan, liegen, enzovoorts hoef ik niet te weten. Echt heel spannend vond ik het boek niet, terwijl ik dat wel had verwacht van een topper in de Nederlandse literaire thrillers. Het boek boeide mij niet. Ik heb zelfs nog overwogen een ander boek te kiezen. Ik heb dit als een dik boek ervaren, terwijl ik dat niet had bij het bijna twee keer zo dikke boek van Simone van der Vlugt ‘Rode sneeuw in december’!

Toch schrijft Saskia Noort heel prettig. Al op de eerste bladzijdes wordt je meegetrokken in de problemen van tv-producent Michel Brouwers en zijn, in mijn ogen, plotselinge beslissing tot zelfdoding. Alles zo levensecht beschreven dat je meedenkt en wilt roepen: “ga met je lieve vrouw en kinderen lekker kamperen, kom tot rust en bouw weer een nieuw leven op!”. Maar helaas …. Later in het boek lees je dat hij veel meer problemen had, Karen komt daar langzaam achter. Michel heeft Karen nooit verteld dat hij schulden had en hun had onterft. Ze weren blijven leven als rijke mensen.

Veel scènes vond ik saai en langdradig. Bijvoorbeeld dat hele gedoe op het notariskantoor (blz. 37), gesprekken over hypotheken, privéschuld, overlijdensrisicoverzekering en onterving (blz 48), dan dat lange gesprek met de bankmanager in Blaricum (blz. 134) en de vele andere geldzaken vond ik niet interessant. Het hele boek was ermee besmet . 

Het woord ‘Debet’ is een financieel en boekhoudkundig begrip en betekend: de schuld die iemand heeft. Debet zijn aan is ook: de schuld hebben van en ook medeplichtig zijn. Michel Brouwers voelde zich zo schuldig dat hij zich heeft doodgereden. Hij zat financieel aan de grond, had vrouw en kinderen onterft, had een schaduwadministratie  en had bij al zijn relaties veel gelogen. Hij zag geen uitweg. Zijn vrouw Karen komt daar na zijn dood langzaam achter, terwijl zij geen geld meer heeft, maar wel de zorg over hun twee puberdochters.

Verder heeft ze vrienden, van ‘De eetclub’, die niet altijd eerlijk zijn en van alles willen. Ze bedriegen of dreigen en maken het boek toch wel spannend, zoals op het eind. Patricia, een van de ‘vrienden van de eetclub’, beveelt Karen Patricia’s vader dood te schieten (blz 235). Ze zijn samen in Patricia’s huis, waar haar vader ieder moment binnen kan komen….

Bronnen:



woensdag 4 februari 2015

De aanslag van Harry Mulisch

‘De aanslag’ van Harry Mulisch, een klassieker in de Nederlandse literatuur, wordt na dertig jaar nog steeds veel gelezen. Het is een interessant verhaal, dat over de schuldvraag van De Tweede Wereldoorlog gaat. De rode draad in het boek zijn de vragen: ‘Wie was schuldig en hoe gaat diegene met die schuld om?’ en ‘Mag je mensen opofferen om anderen te redden?’  

In het begin van het boek vind de ‘De aanslag’ plaats. Fake Ploeg, een inspecteur van politie die bekend staat om zijn verraad aan de Duitsers, wordt doodgeschoten voor het huis van de familie Korteweg. De heer Korteweg en zijn dochter Karin slepen de dode man voor het huis van de familie Steenwijk. Ook deze familie probeert tevergeefs het lijk te verplaatsen. Anton Steenwijk, toen 12 jaar, wordt door de Duitsers in een auto gezet en ziet nog net zijn huis in brand gaan, maar weet verder niet wat er gebeurt is. Hij wordt door de Duitsers in een politiecel gezet. Het boek gaat over het leven van Anton en hoe hij er achter komt wat er allemaal is gebeurd.

Harry Mulisch laat Anton verschillende mensen die met ‘De aanslag’ te maken hadden in gesprek komen. Hierdoor kom je er als lezer achter hoe die mensen over de gebeurtenis denken. Als eerste komt hij in de politiekelder een vrouw tegen die hem vertelt wat Fake Ploeg allemaal heeft gedaan en dat hij terecht is neergeschoten. Later blijkt deze vrouw Truus te zijn die samen met Cor Takes de moord heeft gepleegd. Ze heeft het wel moeilijk met de gevolgen voor Anton, van wie beide ouders en zijn broer Peter geëxecuteerd zijn. Anton blijkt verliefd geworden te zijn op het gezicht van Truus, want later trouwt hij met Saskia die op haar lijkt. Tijdens de ontmoeting van Anton met Cor Takes ervaar je hoeveel invloed de ellende van de oorlog nu nog heeft.
Tijdens de demonstratie komt Anton Fake Ploeg junior tegen. Fake vindt dat zowel zijn vader als de ouders van Anton onschuldig om het leven zijn gekomen, hij ziet geen verschil. Ik vindt het heel vreemd dat Fake niet ziet, of niet wil zien, hoeveel ellende zijn vader heeft bezorgd aan de verzetstrijders.

Op het eind ontmoet Anton zijn oude buurmeisje Karin, die zich wel schuldig voelt. Ze heeft samen met haar vader het slachtoffer voor het huis van familie Steenwijk gelegd en daarmee deze familie opgeofferd, omdat ze de andere buren wilden sparen. Met die buren hadden ze niet veel contact, maar die hadden joodse onderduikers in huis, iets waar Anton niets van wist.

De oorlog heeft zware gevolgen voor vele mensen gehad. Ze hebben moeilijke keuzes moeten maken, vaak onder tijdsdruk of bedreiging. Hierdoor hebben ze dingen gedaan, die niet altijd zonder spijt of narigheid zijn gebleven. Het is niet voor niets dat er veel boeken over geschreven zijn en dat die boeken nu nog steeds zoveel gelezen worden. Die ellende van de oorlog, die spanning, het verdriet en al die doden … Waarom? Ik hoop het nooit mee te maken!​

Bronnen:

zondag 1 februari 2015

Bint van Ferdinand Boordewijk

‘Bint’ Is een van het trio korte werken, die samen met de roman ‘Karakter’ (1938) aan Ferdinand Bordewijk (Amsterdam, 1884 – Den Haag, 1965) bekendheid heeft gegeven. Zelf vond hij de roman ‘Noorderlicht’ (1948) zijn beste boek. Simon Vestdijk, ‘de schrijver die sneller schrijft dan God kan lezen’, en Ferdinand Bordewijk zijn de bekendste Nederlandse romanschrijvers uit die tijd.

“In Bint draait alles om een docent die komt te werken op een school, waar de directeur Bint zijn leerlingen met harde tucht wil opvoeden tot echte persoonlijkheden. Dit leidt tot een zelfmoord van een leerling en tot een opstand tegen dit keiharde regime. Onduidelijk is of het in Bint gaat om een pleidooi voor het totalitaire systeem of juist om het falen van de menselijke tucht- over die vraag vliegen de literatuurbeschouwers zich nog steeds in de haren.”, aldus literatuurgeschiedenis.nl.



F. Bordewijk was advocaat, een geleerd man, die met ‘Bint’ waarschijnlijk heeft willen waarschuwen voor het fascisme. In 1934, toen het boek uitkwam, heerste er in Italië een fascistisch regime onder leiding van Mussolini. Een staatsvorm waarbij de natie boven het individu wordt gesteld. Dit lijkt op het strenge antidemocratische regime dat op de school heerst waar Bint directeur is. Er blijven alleen leerlingen over die in het systeem passen. ‘Bint’ gaat over een dystopie, een onaangename samenleving waarin je niet zou willen leven. Op het eind heeft zelfs Bint het moeilijk met zijn eigen regels.


Bint is geschreven in de periode van het tijdschrift ‘Forum’, onder redactie van Menno ter Braak en E. du Perron, waar Bordewijk voor schreef. Ze propageerde voor de Nieuwe - Zakelijke stijl, de functionele kunst zonder versiering of emotie, dus zakelijkheid en koelheid. Het Forum stimuleerde de schrijvers om weer in gewone spreektaal te schrijven, met korte nuchtere zinnen. Ze wilden dat de schrijvers echt iets te vertellen hadden en kritisch durfden te zijn. Deze onafhankelijke kijk van de schrijver op de werkelijkheid zie je in ‘Bint’ terug. Waarschijnlijk zag Bordewijk ook al het opkomende fascisme in Duitsland, vlak voor de Tweede Wereldoorlog, waar hij kritisch over durfde te vertellen. Hij heeft het boek geschreven in korte bondige zinnen, met weinig bijvoeglijke naamwoorden, waarmee hij de zakelijke inhoud van het boek weerspiegeld en hetgeen kenmerkend is voor de Nieuwe Zakelijkheid.


Die korte zinnen vond ik wel prettig lezen, maar hij gebruikt veel aparte woorden in een vaak vreemde volgorde, waardoor ik niet snel kon lezen. Ik wilde het verhaal volgen, dus zocht ik steeds naar de optimale betekenis van de zinnetjes. Soms moest ik gissen, zoals bij de tweede zin al: “De lucht lag laag morsig roetig.”, waar ik uit opmaak dat het mistig weer was, dus direct een dreigende sfeer.
Deze sfeer blijft, het is niet moeilijk om voorbeelden te vinden. Op bladzijde 100 staat: “Het is hortend, verscheurd, oer. Zo moet onze taal wezen. De welsprekendheid is dood. Wie haar opgraaft pleegt necrofilie, is psychopaat.” en op bladzijde 117 staat bijvoorbeeld: “Het was een wapenrusting. De weke aarde lag veilig gepantserd onder zijn harnas tegen de stormloop van het zwaarste verkeer. Het lag schoon grijswit in het land, en was een gids in het donker.”.
Borderwijk creëert door dit soort zinnen een nachtmerrieachtige, onheilspellende sfeer, ‘Het kafkaësk’, waar de Duitstalige schrijver Franz Kafka (1883 – 1924) bekend om staat. Ook Paul van Ostaijen wist die sfeer op te roepen. Mogelijk dat Borderwijk de naam Keska, de leraar aan wie De Bree onmiddellijk een hekel heeft, bewust gekozen heeft om die sfeer van Franz Kafka direct te krijgen. Hij geeft zijn personages vaker vreemde namen, die hun uitgesproken karakters goed typeren.

De ondertitel, ‘roman van een zender’, duidt denk ik op de directeur Bint, die zijn ideeën via de leraren naar de leerlingen zendt. Borderwijk weet door de macht die Bint gebruikt, het verhaal angstaanjagend te maken. Ik vind het knap dat hij op zoveel verschillende manieren de ellendige stemming, die op school heerst, weet te beschrijven. Alleen daarom al vond ik het interessant dit boek gelezen te hebben.



Bronnen:

zondag 25 januari 2015

Geert Spillebeen: Kiplings keuze


Wil je wat meer over de zinloosheid van het geweld van de Eerste Wereldoorlog weten, lees dan boeken van de Vlaamse schrijver Geert Spillebeen. Ik vind hem een heel goede schrijver, omdat hij door zijn  bronnenonderzoek voor zijn boeken werkelijk iets verteld over de Eerste Wereldoorlog. Een oorlog waarin veel te veel mensen uit de hele wereld voor niets gestorven zijn.
Spillebeen werkte als reporter in Afrika waar hij geconfronteerd werd met oorlogsgeweld. Dat je wat weet van de ellende van oorlog is ook nu nog van belang, omdat er overal in de wereld gevochten wordt. Dat zinloze geweld en de overlevenden die getraumatiseerd achterblijven is helaas ook van deze tijd.

Ik heb geen geschiedenis in mijn pakket, maar vind het wel belangrijk om over de oorlog te lezen, dan besef je weer hoe fijn het is om in vrijheid te leven. Ik had al ‘Zomer in Passendale’ van Spillebeen gelezen, dus kende deze Belgische schrijver, die volgens de kenners op feiten gebaseerde goede boeken schrijft. Kiplings keuze is wel een intriest verhaal, met afgrijselijke details over het effect van het oorlogsgeweld. Toch heb ik interesse om meer van Spillebeen te lezen, zoals ‘Brownsea Boy Scouts in Flanders Fields’, ik ben zelf actief bij scouting, en ‘Abdous oorloog’, over de vele Afrikaanse soldaten in de Eerste Wereldoorlog, waarover ik ook in NRC-Next een ‘vergeten verhaal’ gelezen heb.

Kiplings keuze gaat over hoe Rudyard Kipling, de beroemde schrijver van o.a. het 'Junglebook', zijn zoon voorbereid op een carrière in de Britse krijgsmacht. John Kipling wil net als veel Engelse jongens deelnemen aan de Grote Oorlog, zoals de Eerste Wereldoorlog toen heette. Deze keuze ondersteund zijn vader Rudyard, al heeft hij daar al zijn ‘macht’ als Nobelprijswinnaar voor nodig.
Uiteindelijk mag John, een schriel ventje met slechte ogen en enige zoon, als onderluitenant in een Iers regiment mee naar het front. Al snel wordt hij geraakt door een granaatscherf, waardoor hij in een afschuwelijke doodsstrijd terecht komt. Helemaal alleen, liggend in een greppel, geen mond meer en alleen een hand en een voet nog kunnen bewegen, luisterend naar wat er om hem heen gebeurde, is hij gestorven.
Je komt veel over hem en zijn gezin te weten, door de vele flashbacks tijdens die doodsstrijd, naar zijn jeugd en zijn zware legeropleiding. Maar ook door de brieven die hij wisselde met zijn ouders tijdens zijn reis naar het front. De flashbacks hadden relatie met wat gebeurde tijdens zijn doodstrijd, zo werd het verhaal hoe John aan zijn horloge kwam, ingeleid door de beschrijving dat John zijn horloge kwijtraakt als soldaten hem leegroven.
Tot slot lees je ook hoe ontredderd Rudyard is als zijn zoon niet als oorlogsheld terug komt. Was zijn keuze, hem te helpen bij zijn militaire opleiding, wel de juiste geweest? Pas na 77 jaar wordt het lijk geïdentificeerd als John Kipling. John was pas net 18 jaar toen hij in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog meevocht!

Op de Britse begraafplaats van de Eerste Wereldoorlog ‘St. Mary's A.D.S. Cemetery’ in Frankrijk, vlakbij ‘De Slag bij Loos’, waar John gesneuveld is, is zijn grafzerk te vinden. Hier was een medische post ingericht, ‘St. Mary's Advanced Dressing Station’ (A.D.S.). Op de opschriften van de grafzerken zie je hoe jong de meeste van die soldaten waren!
Indrukwekkend. Het zal je zoon maar wezen…

Dit boek is ook in het Engels verschenen in de V.S en Canada. Geert Spillebeen won in Amerika drie 'awards' met KIPLING's CHOICE.



Het gezin Kipling. De beroemde vader Rudyard met pijp. John als kind. Was hij vaders inspiratie voor het mensenkind Mowgli in Jungle Book?







John als kersvers officiertje met zijn kameraden. Het zou niet lang duren... Let op zijn sterke brillenglazen. Daardoor werd hij eerst afgekeurd.




John Kipling poseert zonder bril. Eindelijk onderluitenant. (Bij de Irish Guards) Hij mag naar het front in Frankrijk.








Gesneuveld in zijn eerste gevecht. Meer dan 70 jaar na zijn dood kreeg de beroemde zoon een graf in Loos (Noord.-Frankrijk). Voor zijn radeloze ouders was het te laat.

Bronnen:
http://getuigenbank.be/spreker/geert-spillebeen